Gastblog van Marcel Lemmens, zelfstandig ondernemer gespecialiseerd in taal, vertalen en redactie (http://www.marcellemmens.nl/). Blogger op Taalpraat.nl.
Opdracht of missie?
Anglicismen. Taalverloedering. Veel Nederlanders maken zich er zorgen over. Sommigen worden boos als ze teksten lezen die voor hen overbodige Engelse woorden bevatten.
Waar staat de vertaler?
Waar staat de vertaler in de vermeende verengelsing van het Nederlands? Als je in het Nederlands vertaalt, wil je goedverzorgde Nederlandse teksten produceren. Dat betekent dat je de neiging hebt niets onvertaald te laten. Dat klinkt logisch: je bent vertaler, dus je vertaalt alles.
Hoeder van de taal?
Daar komt bij dat je als vertaler de neiging hebt het Nederlands puur te houden. Je beschouwt jezelf als hoeder van de taal: je bewaakt de kwaliteit van onze taal en houdt als grenswachter of taalagent invloeden uit andere talen (lees: het Engels) tegen. De vraag is: is dat verstandig? Heb je als vertaler een missie om het Nederlands zuiver te houden – wat dat ook mag betekenen – of is het beter om je aan de opdracht te houden?
Wat is de opdracht?
Tja. Dat is een cruciale vraag. De opdracht is een tekst af te leveren die de klant wil. En de klant is in de meeste gevallen degene die de vertaler de opdracht verstrekt. Hij of zij bepaalt of de tekst die je aflevert, aan de eisen voldoet. En die eisen komen niet altijd overeen met de eisen die een taalagent aan een tekst stelt. Sterker nog, veel opdrachtgevers zien liever Engelstalige woorden in teksten dan geforceerd ogende Nederlandse vertalingen van in bepaalde kringen gangbare Engelse termen.
Een paar voorbeelden graag?
Oké. Een simpel voorbeeld: je vertaalt een tekst voor personeel van een bank. Vertaal je hedge fund manager met hedgefondsbeheerder (‘hedge’ is al bijna onvertaalbaar), hedgefondsmanager of het volledig Engelstalige hedgefundmanager? En moeten er misschien in de laatste variant al dan niet een paar ‘Engelse’ spaties worden gebruikt? Veel vertalers gaan misschien voor de eerste optie: die is ‘Nederlandser’. De keuze van de bank is waarschijnlijk de laatste. Dat geldt ook voor termen als high frequency trading, governance en workflow. Een vertaler kan als niet-medewerker van de bank misschien denken dat het beter is om dit allemaal te vernederlandsen, maar in veel gevallen bewijs je er de klant geen dienst mee. Binnen de muren van de bank wordt veel Engelstalige terminologie gebruikt en vertalingen leiden eerder tot vraagtekens en mogelijke verwarring dan tot verhelderende teksten.
Wat doet dat met het Nederlands?
Dat is niet de zorg van de vertaler. Haar of zijn taak is het afleveren van een tekst die de klant wil. Uiteraard maak je een vertaling die aan de eisen van een ‘goede’ vertaling voldoet (ook al is er geen eensluidende definitie te geven van een ‘goede’ vertaling), maar het is vooral een kwestie van teksten produceren die de klant wil en die bij de lezers passen. Goed luisteren, goed overleggen en elkaar goed begrijpen zijn veel belangrijker dan eenzijdig streven naar ‘zuiver’ Nederlands. Een vertaler mag geen eigenzinnige donquichote zijn. Een professioneel vertaler levert maatwerk.
De klant is koning
De klant is inderdaad koning, maar toch is de vertaler in mijn ogen niet alleen een volger van de wensen van de klant. Een professioneel vertaler is ook een taaldeskundige die klanten ondersteuning biedt bij en adviezen geeft over het formuleren van teksten die werken. Oftewel: een vertaler luistert goed naar wat de klant wil en verwerkt die wensen in de af te leveren teksten, maar tegelijkertijd denkt diezelfde vertaler met die klant mee over de voortdurende verbetering van de schriftelijke communicatie. In die zin probeer je altijd meer te doen dan het uitvoeren van een simpele opdracht. Dat is je missie: niet het bestrijden van anglicismen of het zuiver houden van de Nederlandse taal, maar het formuleren van teksten die passen bij de klant. Samen met klant.